2011年9月8日木曜日

Visumproblemen

Visumproblemen


September 8, 2011. Written in Seoul, South Korea.

Pas in het eerste land en nu al visumproblemen.
Dat merkte ik toen ik op mijn derde dag in Seoul naar de haven vertrok om een bootticket naar China te kopen. Vanaf het station Dong-Incheon zou het nog 20 minuten lopen zijn naar de internationale haven, maar als je niets kunt lezen en de weg niet kent natuurlijk het dubbele.

Eenmaal aangekomen zag ik meteen dat een van de ticketbalies niet open was, en nog wel die van de plek waar ik het liefst heen had gewild. Hij was natuurlijk niet open omdat het zaterdag was. Nu maakte het me niet zoveel uit waar de boot heen zou varen, zo lang het maar China was. Daarom besloot ik een ticket aan te vragen naar een andere Chinese stad. Ik koos voor "Quingdao" omdat de Chinese tekens voor de naam mij wel bevielen. Het jonge meisje aan de balie vroeg mij meteen om mijn paspoort.
"Maar u heeft geen visum om naar China te gaan!" zei ze meteen, in mijn paspoort bladerend.
"Heb ik dat dan nodig?" vroeg ik.
"Ja, natuurlijk!" zei ze alsof ik achterlijk was.
Ik besloot terug te keren, en eerst eens op te zoeken over het visum. Ik meen me zeker geweten te hebben dat het niet nodig was. Maar toen besefte ik me opeens, dat ik zo stom geweest was het in het Japans opgezocht te hebben. Dat gelde natuurlijk niet voor mij!

Terug in Kim's guesthouse, kwam ik er achter dat er nog meer problemen waren. Volgens een nieuwe regel was het niet mogelijk meer om als buitenlander in Seoul een touristenvisum naar China aan te vragen! Wat nu?
Na uren gezocht te hebben vond ik geruchten dat het wel in Pusan zou kunnen. Ik kon dit echter niet nakijken omdat het weekend was, en kon niets anders dan wachten tot maandag.

Op zondag, raakte ik in het gastenhuis in gesprek met een Fransman. Hij leek precies hetzelfde probleem als mij te hebben, en vertelde dat er weinig hoop was. In Frankrijk moest je zelfs je werkcontract laten zien, dus ontslag nemen en in China rondzwerven was voor een Fransman niet meer mogelijk. Hij had wel nog niet gehoord van de geruchten over Pusan, en dat gaf hem een beetje hoop.

Op maandag belde ik meteen naar het Chinese consulaat in Pusan, maar daar werd mij meteen verteld dat ik daarvoor bij reisbureau's die door het consulaat aangewezen waren moest zijn. Ik ging het lijstje af van die reisbureau's, maar nergens werd er Engels of Japans gesproken. Uiteindelijk vond ik een adres waar men een beetje Japans sprak. Ik legde mijn situatie uit en vroeg of ik in Pusan een visum zou kunnen krijgen.
"Ja" zei het meisje meteen.
Ik herhaalde nog eens rustig alle feiten, en vroeg of ze zeker wist dat het kon.  Ik moest het wel zeker weten, want het zou een reis van zes uur zijn naar Pusan.
"Ja hoor, het kan. Komt u maar langs" zei het meisje.
"En een Fransman?"
"Ook dat is geen probleem"

Samen met de Fransman verliet ik het gastenhuis, en vertrok samen met hem weer terug naar Pusan. Het was een buschauffeur van 26 die 1 of 2 keer per jaar een lange reis maakten naar verre landen. Hij was al bijna de hele wereld over geweest. Ook in Japan had hij eens een maand rondgereisd, en S'nachts gecampeerd. Zelfs in Shinjuku, zou hij ergens in een parkje zijn tent hebben opgezet. Naar China was hij ook zonder problemen geweest, voordat na vorig jaar alles opeens strenger werd.
"China is een speciaal geval." zei hij. "Verder heb ik nog nooit ergens geen visum kunnen aanmaken"

Aangekomen in Pusan besloten we eerst ergens te gaan eten. We kozen voor een simpel Koreaans eethuisje. Toen het eten kwam, haalde hij een klein vorkje uit zijn tas. Hij kon niet met stokjes eten. En dat terwijl hij zo bereisd was! Dat kon toch niet!

We wouden in een jimjilbang (een badhuis) gaan logeren, maar nadat we die gevonden hadden bleek het dat we daar niet binnen mochten omdat we buitenlanders waren. Nu kon ik mij daar op zich wel bij neerleggen, maar het feit dat alles binnen in de jimjilbang ook in het Japans was aangegeven gaf toch wel een discriminerend gevoel.

We vonden uiteindelijk een klein motelletje om voor zo een 20 euro de nacht door te brengen. De volgende ochtend vertrokken me vroeg naar het reisbureau. Het bleek precies het station te zijn waar ik iets meer dan een week terug met de boot vanuit Japan aangekomen was te zijn. Ik was dus weer terug bij af. We belde het reisbureau nog even vanuit een telefooncel om de plek precies te vragen, en toen kwam het.
"Het spijt ons meneer, maar we hebben het gisteren nog even nagezocht, en het bleek toen door nieuwe regels toch niet mogelijk te zijn"
Nu raakte ik toch echt woedend. Waren we dan helemaal voor niets naar Pusan gegaan?
De Fransman zei dat hij dan maar wat rond ging kijken in de stad. We namen afscheid van elkaar.

Ik besloot meteen weer terug met de trein naar Seoul te gaan. Ik had niets meer te zoeken in Pusan. Zoals ik de vorige dag ook gedaan had, nam ik weer de trein van zes uur terug naar de hoofdstad. Ik had zin in het gezellige gastenhuis daar. Er was daar altijd wel iemand om mee te praten. Maar, toen ik daar aankwam, merkte ik dat ook daar uitzonderingen op zijn. Het was pikdonker, en er was helemaal niemand te bekennen. Goed, ook dat nog. Ik begon me nu toch wel een beetje eenzaam te voelen, en waarschijnlijk moest ik hier nog wel een poos blijven voordat ik naar China zou kunnen gaan!

Ik bekeek mijn mail. Veel mensen waren zo lief geweest zich uit te sloven voor mij om naar een oplossing te zoeken; mijn ouders, mijn vriendin en andere vrienden in Japan. In Japan was het waarschijnlijk wel mogelijk om een visa te regelen, maar zekerheid had ik niet. Het was misschien toch beter om gewoon een retourtje naar Nederland te vliegen. Dat was natuurlijk wel zonde van het geld. Maar uiteindelijk bleek er ook de mogelijkheid te zijn het paspoort naar Nederland te sturen, en het regelen van het visum daar door mijn ouders te doen. Een paspoort opsturen is natuurlijk riskant, maar ik deed het liever dan helemaal heen en weer reizen. Dan was de magie van mijn hele reis ook meteen verpest.

Ik bereed al mijn papieren voor, en de volgende dag stapte ik naar het postkantoor om mijn paspoort op te sturen. Nu bleek het alleen dat er officieel in Korea geen paspoorten per post verstuurd mogen worden, maar uiteindelijk lieten ze het me wel doen, maar ik moest het sturen als "documenten" en niet als paspoort. Het was nu in ieder geval gelukt, en ik hoefde verder alleen nog maar te wachten op het paspoort om terug te komen. Het probleem was echter, dat het nog wel een kleine 2 weken zou kunnen duren, terwijl ik het hier in Zuid-Korea wel zo een beetje gezien had.

Terug in het gastenhuis, merkte ik dat ik nu de enige gast geworden was in mijn kamer. Goed,...twee weken in een gezellig gastenhuis in mijn eentje. Tot vlug in China!

0 件のコメント:

Total visitors